Wie ben ik (niet)?
Als oud-gymnasiast, docent klassieke talen en moeder van een kind met leerhonger dat didactisch verwaarloosd is, onderken ik het belang van intellectuele uitdaging, ook op school. Ook onderstreep ik het belang van optimale ontplooiing van het individu in de cruciale jaren naar volwassenheid en het behalen van een daarbij passend diploma. Mijn opleiding, scholing en werkervaring hebben mij gevormd tot specialist in het leren van slimme kinderen.
Daarmee kan ik een aanvulling zijn op uw expertise. Ik ben immers geen psycholoog, geen orthopedagoog, geen loopbaan- of talentcoach. Ik ben een vakdidacticus gespecialiseerd in het onderwijs klassieken en hoogbegaafdheid. In die functie heb ik als docent en docententrainer, ontwikkelaar van lesmateriaal en lesprogramma’s, examensyllabusschrijver en beleidsmaker in het onderwijs een brede kijk op de schoolpraktijk gekregen. Dat geeft mij ook een makkelijke toegang tot scholen en vooral ook tot de vo-docent.
Ik zie een risico in de specialisatie: de ‘eenzijdige focus’ waarmee we professional naar een kind kijken, kan ons beeld vertroebelen of verkleuren. Want het kind dat voor ons allen centraal staat, is natuurlijk niet opsplitsbaar naar onze specialisaties, bijvoorbeeld in gedrag en IQ. Is dus het gedrag van een kind de oorzaak van problemen op school of het gevolg? Moet een ‘dubbel bijzonder kind’ eerst het ene traject in en dan pas het andere traject? Als ik tegen dit soort vragen aanloop in het werken met VO-leerlingen, zou ik graag optrekken met een collega gespecialiseerd in, orthopedagogiek, kinder- en jeugdpsychiatrie of talentcoaching.
Interesse in samenwerken?
Kijkt u rond in het aanbod van MetisMatters op het gebied van hoogbegaafdheid of klassieke talen. Dat geeft u een beeld van mijn werk en de persoon achter MetisMatters. Misschien is een telefoontje het begin van een mooie samenwerking.
Klassieken en hoogbegaafdheid
U vraagt zich misschien nog af hoe de klassieken en hoogbegaafdheid zo samenkomen? Ik heb voor mijn studie klassieke talen en cultuur gekozen, omdat ik les wilde geven. Vanaf dag een als docent heb ik altijd liever willen meedenken met ontwikkelingen, dan dat er zomaar over mijn hoofd iets werd besloten. Maar het waren de vragen van mijn studenten klassieke talen tijdens hun lerarenopleiding die me bewuster maakten van mijn eigen constante vragen. Hoe werkt dat leren nu precies, waarom zie ik zoveel slimme jongens vastlopen of op z’n minst worstelen met het talenonderwijs in de onderbouw? Wat vraag ik eigenlijk van mijn leerlingen? Wat wil ik met mijn vak bereiken en wat bied ik mijn leerlingen? Waarom haken juist ook slimme leerlingen af op het gymnasium? Waar heb ik hoogbegaafdheid bij leerlingen gemist en wat heb ik hoogbegaafden geboden? Als vakdidacticus aan de universiteit van Leiden werkte ik samen met onderwijskundigen, kreeg ik makkelijker toegang tot bronnen met theorie over leren en mijn blik verruimde ook, doordat ik bij heel veel scholen achter de schermen kon kijken. De schoolgang van ons eigen kind maakte mij onderwijl nog meer bewust van de enorme noodzaak om docenten voor de klas meer kennis en expertise te bieden. Meestal immers waren de intenties goed, zelden was er sprake van onwil, maar rondom hoogbegaafde leerlingen is nog wel veel onwetendheid, onvermogen en handelingsverlegenheid. Docenten willen zich professionaliseren ook op het gebied van hoogbegaafdheid en onderwijs. Ouders en hoogbegaafde leerlingen vragen luid en expliciet om aandacht. Passend Onderwijs is inmiddels een feit. Scholen bieden ook meer en meer ruimte.
MetisMatters staat klaar om haar kennis en expertise te delen. Niet met een focus op de sociaal-emotionele ontwikkeling, maar juist op het leren van hoogbegaafden.
Mijn klassieke achtergrond is een enorme bron van inspiratie, omdat goede gymnasiale vorming de meeste intellectuele uitdaging biedt, non scholae, sed vitae!