Latijn & Grieks: wel of niet vertalen, that’s the question
Ik stel voor: een nieuw gymnasium, zonder Grieks en Latijn, maar met Homerus, Pindarus, Hesiodus, Herodotus, Thucydides, Plato, Aristophanes, Menander, Aristoteles, Epictetus, Marcus Aurelius, Plotinus, Livius, Caesar, Cicero, Sallustius, Vergilius, Ovid.
F. Bolkestein, Trouw 22/10/05
Ik ben van harte voorstander van meer talenkennis voor een grotere groep – maar ik zie in Bolkesteins voorstel alleen maar een verschraling voor de gymnasiasten zonder winst voor de rest.
I, Sluiter Trouw 5/11/05 (pdf)
L’histoire se répète
In de Volkskrant van 22 januari 2010 trekt Bolkestein in reactie op het rapport van de Verkenningscommissie opnieuw de aandacht met de oproep: “Lees klassieke schrijvers liever in een vertaling”. Hij gaat daarmee voorbij aan de brede vakdoelen van de klassieke talen en doet voorkomen alsof de docent klassieke talen dezelfde einddoelen nastreeft als zijn collega’s van de moderne vreemde talen, geschiedenis, maatschappijleer, de kunstvakken en filosofie. Quod non!
Het nut van klassieke talen
Het nut van klassieke talen is niet primair gelegen in praktische taalbeheersing noch primair in de kennis van de geschiedenis, filosofie en andere kennis van de oudheid, maar in de unieke alfa-aanpak, de klassieke (denk)scholing, die de leerling leert toepassen op de kennis van de talen en cultuur van de oudheid tot aan de kennis van vandaag en die zo noodzakelijk bijdraagt aan Gymnasiale vorming.
Vwo+
De klassieke lectuur is het hart van de + van het gymnasium. Het vertalen is een uitdagend onderdeel van het onderwijs in de klassieke talen. Voor vele (oud-) gymnasiasten draagt dat juist ook bij aan de voldoening én aan de vorming. Het schoolvak vraagt een behoorlijke inzet van de leerling. De klassieke talen zijn niet zomaar de enige schoolvakken die exclusief op het vwo worden aangeboden.
Vertaaldidactiek
De huidige tijd dwingt het klassieke veld nu wel om de aanpak in de klas kritisch te evalueren. Om leerlingen nauwkeurig te leren lezen in een vreemde taal van vreemde volken moet een aantal vragen – voor het eerst voor de klassieken worden beantwoord:
- Waarom willen we leerlingen een tekst laten vertalen?
- Wat verstaat de classicus dan onder ‘vertalen’?
- Welke kennis, vaardigheden en hulpmiddelen heeft de huidige leerling daarvoor nodig?
- Welke doorlopende leerlijn is het meest efficiënt?
- Hoe verhoudt zich die leerlijn met grammatica- en vocabulaireverwerving en -training?
- Welke toetsingslijn is stimulerend, motiverend, differentiërend en voorspellend?
Classici zijn op zoek naar verbetering van de vertaaldidactiek. Allerlei factoren dragen ertoe bij dat het een deel van de gymnasiasten meer en meer moeite kost om de taal van de Grieken en Romeinen te doorgronden, zodat ze toegang krijgen tot de originele teksten. Uit het aantal leerlingen dat goede tot uitstekende resultaten weet te behalen blijkt dat de leerling op zich niet overvraagd wordt, maar veel leerlingen zijn niet bereid of in de gelegenheid de gevraagde inzet te leveren. Gebrek aan motivatie is daarbij nu eens de oorzaak, dan weer het gevolg.
De leerling die nu moeite heeft met Grieks en Latijn, heeft een goede docent nodig die allerlei manieren kent om het vak gedegen en boeiend en met hoog rendement over te brengen.
Professionalisering
De classicus kan daarbij alle hulp gebruiken, ondersteuning en facilitering vanuit de schoolleiding, ondersteuning van de schoolboekmakers bij het ontwerpen van gevarieerde (digitale) hulpmiddelen voor in de klas en ondersteuning van universiteiten, vakdidactici en vakcollega’s om nieuwe en gevarieerde vertaalstrategieën en werkvormen zich eigen te maken,
MetisMatters adviseert en ondersteunt graag de classici die aan de slag willen met deze aanvullende vertaalstrategieën en het ontwikkelen van de daarbij passende materialen en doorlopende leerlijn. Dat kan via theorie-,praktijk- of trainingsmodules. U kunt ook naar eigen behoefte combinaties maken. Het aanbod wordt aangepast in overleg aan de specifieke wensen en context van de docent(en) en de school.