Na aanleiding van onderzoek over metacognitie en wiskunde gebaseerd op de theorie van IMPROVE en de denkniveaus van Bloom, zijn er zogenaamde spiekkaarten ontwikkeld voor de vakken Griekse en Latijnse taal en cultuur (GTC en LTC). Er zijn zes kaarten voor de verschillende vakdomeinen (taalbeschouwing, tekst- en literatuurbeschouwing, cultuurbeschouwing en tekstontsluiting) aangevuld met een vakspecifieke determineerkaart en een vakspecifieke kaart voor het maken van toetsvragen. Er zijn 2 kaartensets beschikbaar voor zowel GTC als voor LTC.
De kaarten spelen in op inzichten dat slimme leerlingen in het onderwijs makkelijk ongezien blijven in hun behoeften. Omdat de stof niet per se moeilijk is, missen zij de leercontext die hen dwingt om metacognitie te ontwikkelen. Alles gaat immers van zelf, is zo al wel duidelijk. Zodra het wel moeilijk wordt, heeft deze leerling niets om op terug te vallen. Dit soort ervaringen zijn makkelijk het begin van een specifieke vorm van faalangst, onderpresteren, maar ook depressies en een laag zelfbeeld.