Het denken op het kruispunt van herinneren & feitenkennis op gang brengen of toetsen.
Vraagexempla
(CEGr2015 I) vr.2b: Regel 326 χόλον τόνδ ̓. In het vervolg van de tekst voert Paris een andere reden aan voor het feit dat hij niet deelneemt aan de strijd. Noteer de naam van de homerische held voor wie woede op dit moment wél de reden was om niet mee te vechten. Baseer je antwoord op de teksten die je voor dit examen hebt gelezen.
(CEGr2015 I) vr.11: In Tekst 1 ontmoet Hector Helena. Wie zijn de twee andere vrouwen die Hector ontmoet? Noteer van beide vrouwen de naam en de relatie met Hector. Baseer je antwoord op de teksten die je voor dit examen hebt gelezen.
(CEGr2015 I) vr.12b: Het gebruik van een bijvoeglijk naamwoord als πτερόεντα bij ἔπεα is kenmerkend voor het epos. Noteer de gebruikelijke benaming voor dit soort bijvoeglijke naamwoorden.
(CEGr2015 I) vr.22: In de regels 65-68 (Πάτροκλον t/m Ἀχιλλεύς) wordt de dood van drie met name genoemde personen beschreven. Noteer de namen van deze drie personen en vermeld bij ieder ook de naam van de persoon door wie ze gedood worden.
(CEGr2016 I) vr.1: Regel 1 ἐπεραιώθη τὸν Ἀράξεα. Bij deze handeling ondervond Cyrus geen tegenstand van de Massageten. Beschrijf in eigen woorden de oorzaak daarvan. Baseer je antwoord op de teksten die je voor dit examen hebt gelezen.
(CEGr2016 I) vr.16a: Regel 9-10 μή μιν ἀποκτείνας ὁ ἀδελφεὸς ἄρχῃ. Deze uitleg van de droom is niet juist. Beschrijf in eigen woorden waaraan Cambyses wél overlijdt. Baseer je antwoord op de teksten die je voor dit examen hebt gelezen.
(CELa2016 I) vr. 15c: Regel 37-38 Extremus elephantorum dies fuit. Dit optreden van de olifanten is ook door Plinius Maior beschreven: “Toen Pompeius’ olifanten de hoop om te vluchten hadden opgegeven, probeerden ze met onbeschrijflijk gedrag, alsof ze met een soort klaagzang hun lot beweenden, medelijden bij het publiek op te wekken, waardoor het volk zo ontroerd werd dat het niet meer dacht aan de veldheer en de vrijgevigheid die hij ter ere van hen had tentoongespreid, maar dat allen huilend opstonden en Pompeius vervloekten; niet lang daarna kwamen die vervloekingen hem duur te staan.”. ‘kwamen die vervloekingen hem duur te staan’. Plinius Maior suggereert met deze woorden een verband met een historisch conflict. Beschrijf in eigen woorden dit historische conflict en de afloop daarvan. Baseer je antwoord op de achtergronden van de teksten die je voor dit examen hebt gelezen.
(CE2016 II) vr.3a: Regel 13-26 Terra t/m monstrum. a. Citeer uit deze regels het Latijnse tekstelement waarmee Jupiter wordt aangeduid. Deze vraag kan ook beantwoord worden meer op het niveau van denken op het kruispunt van begrijpen en feitenkennis.
(CE2016 II) vr.4: Regel 312 Κάστορ᾽. Beschrijf de rol die Castor in het vervolg van deze tragedie speelt (niet in dit examen afgedrukt). Gebruik bij voorkeur niet meer dan dertig woorden.
(CEGr2017 I) vr.17a: Regel 1036-1038 ὅταν t/m φίλον. Beschrijf het verschil tussen de in deze regels in algemene termen beschreven gang van zaken en de gang van zaken bij Clytaemestra zoals Electra die in het vervolg (niet in dit examen afgedrukt) beschrijft.
![]() |
Dimensie van het Cognitieve Proces (vaardigheden) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Herinneren | Begrijpen | Toepassen | Analyseren | Evalueren | Creëren | ||
Kennis-dimensie |
Feiten |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Conceptuele |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Procedurele |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Metacognitieve |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |