Analyseren
Materiaal scheiden of concepten in zijn onderdelen opdelen zodat onderliggende structuur of doel duidelijk wordt. Feiten onderscheiden van gevolgtrekkingen / afleidingen.
Toetssteen: de leerling relateert geleerde kennis aan nieuwe feiten of nieuwe gegevens aan eigen kennis.
Sleutelbegrippen om het denk-, leer- en handelingsniveau ‘analyseren’ op gang te brengen of te toetsen:
Onderscheiden | Organiseren | Eigenschappen toekennen |
· Analyseren | · Samenhang zien | · Deconstrueren |
· Determineren | · Illustreren | · Herleiden |
· Overeenkomsten/verschillen onderscheiden | · Schetsen o.b.v. gegevens | |
· Vergelijken | · Afleiden | |
· Contrasteren | · Ontleden | |
· Afscheiden | · Samenvoegen | |
· Illustreren | · Schematiseren | |
· Selecteren uit nieuwe feiten of gegevens | · Structureren |
![]() |
Dimensie van het Cognitieve Proces (vaardigheden) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Herinneren | Begrijpen | Toepassen | Analyseren | Evalueren | Creëren | ||
Kennis-dimensie |
Feiten |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Conceptuele |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Procedurele |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Metacognitieve |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |